En dan nu het beloofde verslag, foto's volgen zodra ik weet hoe ik dat moet doen!
TREC Eersel groot succes
De eerste Nederlandse TREC wedstrijd is meer dan geslaagd. Elf enthousiaste deelnemers verschenen aan de start, zonder precies te weten wat er komen ging. TREC is misschien nog wel het best te omschrijven als survival te paard, of als je wilt een doe-vakantie te paard. Natuurlijk is het ook een wedstrijd, maar vooral tegen jezelf. Na de inschrijving op vrijdagavond volgde een enthousiaste kennismaking. Vooral de inhoud van de zadeltassen was een dankbaar gespreksonderwerp. Tijdens de briefing beantwoordde organisatrice en Neerlands enige ervaringsdeskundige Lotje Moerdijk een stortvloed aan vragen.
Zaterdagmorgen 07.30 uur. Ontbijten in de kantine! Op de agenda voor vandaag stond de POR, de orientatierit. Na het ontbijt paard opzadelen en zadeltassen vullen. Om 9.00 uur kwam de eerste deelnemer de “maproom” binnen gewapend met een assortiment pennen en stiften, pakte een “lege” kopie stafkaart en ging zitten. De geplastificeerde moederkaart diende als voorbeeld, de ingetekende route moest zo secuur mogelijk worden overgenomen op de kopie kaart. Het parcours van 30 km was verdeeld in zes trajecten, en voor elk traject gold een andere snelheid. Over een traject van 5 km met een snelheid van 6 km/uur mag je dus 50 minuten doen. Elke minuut meer of minder levert een strafpunt op. Langs het parcours zijn controleposten die de tijd en het parcours moeten controleren. De tijd heb ik net al uitgelegd. De parcourscontrole is een soort verplichte doorgang in het parcours. Een verkeerd gereden parcours op een controlepost kost 30 strafpunten. Hiermee is meteen duidelijk dat oriëntatie het belangrijkste onderdeel van een TREC is, hier kun je de punten pakken en vallen de klappen. Om half drie kwam de eerste ruiter door de finish, en die werd met luid applaus begroet. Zelden heb ik mensen gezien die zo trots waren op zichzelf en hun paard. Allemaal hadden ze met meer of minder moeite en af en toe stevig verdwalen de weg gevonden. De paarden waren vrolijk en fit, die vinden dit echt leuk. En dertig kilometer is voor een redelijk getraind paard goed te doen, en de mooie omgeving doet daarbij ook nog een duit in het zakje. Karin was als laatste gestart, en in het laatste traject flink verdwaald en daardoor pas om 16.00 uur binnen. Toen paarden en ruiters verzorgd waren, kwam iedereen weer bijeen in de maproom. De eigen kaart werd vergeleken met het origineel, en nu werd pas duidelijk dat elk lusje, elk streepje belangrijk was. Dat is van te voren niet uit te leggen, je moet het gewoon een keer doen. Lotje had ondertussen de uitslagen uitgerekend, en de winnaar van het eerste onderdeel was bekend: Tonkie Collee met haar IJslander wonnen daarmee een trainingsweekend in Duitsland bij Miranda Kayser. Geen kinderachtige prijs. Karin was in dit onderdeel zesde geworden, en dat doe ik haar niet na. We waren eerder klaar dan gepland, en de barbecue op het terras ging daarom al om 19.00 uur aan. Aan gespreksstof geen gebrek, aan mooie verhalen nog minder! Iedereen had honger als een paard (!) maar was ook moe na een lange dag buiten in de zon. Het werd dus wat eerder stil dan de avond ervoor. En we sliepen dit keer allemaal als rozen …
Zondagmorgen vanaf 08.00 uur ontbijt. Lotje had de hele nacht doorgewerkt en alle uitslagen van de POR al in de computer gestopt. Nu kon je goed zien wie waar punten verloren cq gewonnen had. Nog meer gespreksstof, niet dat we daar te kort aan hadden … Na het ontbijt alvast de hindernissen voor de PTV verkennen, die lijken nog het meest op de TREC zoals wij bij het Merens Stamboek organiseren. Maar eerst de gangenproef, de MA. Ik had geen idee wat ik me daarbij moest voorstellen, de anderen ook niet. Samen met Lotje had ik de vorige dag een traject uitgezet, op een zandpad om de hoek van de manege. Het pad was ongeveer twee meter breed, de minimale breedte volgens de reglementen, en 150 meter lang. Twee medewerkers bij start en finish, en ik in het midden. Daartussen in schreeuwde Lotje de instructies de lucht in (walkie talkies waren kapot!). Wat was nu de bedoeling: een voor een de 150 meter afleggen, op de heenweg zo langzaam mogelijk galopperen, op de terugweg zo snel mogelijk stappen. De geklokte tijd levert punten op, van 0 voor te snel of te langzaam (afhankelijk van het onderdeel) tot 30 voor de optimale snelheid. Gangfouten, uit de baan springen, stilstaan of omkeren resulteert in 0 punten. Hardiesse schoot er in galop als een haas vandoor, hoewel het voor haar doen echt een rustig galopje was, maar dat leverde dus geen punten op. Revanche kwam bij de stap, waar ze bijna de maximumscore opeiste. Leve de Merens!
De ruiters gingen weer verder met het verkennen van de PTV hindernissen. Totaal zestien stuks. Per goedgenomen hindernis kon je maximaal 10 punten verdienen (7 voor de uitvoering, 3 voor de stijl), en daarnaast moest je binnen de tijd blijven. De meeste paarden namen de hindernissen zonder problemen, de eerste was een slalom. Maar hindernis 2, de waterbak onder de brug kostte door de weerspiegeling van de zon heel wat strafpunten. Ook hindernis 3, het hek dat zonder los te laten geopend en gesloten moest worden kostte hoofdbrekens, en hindernis 4, de cirkel waarbinnen de paarden tien seconden onbeweeglijk stil moesten staan niet veel minder. Hindernis 5 was een smal bruggetje met aluminium strips die schitterden in de zon, en ook deze bleek een struikelblok. Hierna werd het een stuk eenvoudiger, dus de moeilijkheden zaten echt in het begin. Hindernis 6 was een bezembak die tussen gigantische blauwe tonnen stond. De tonnen waren lastiger dan de bezembak! Hindernis 7 was een langgerekte waterbak, voor 8 en 9 moest bergop cq bergaf gelopen worden over de grote brug (de waterbak van hindernis 2 lag eronder). Hindernis 10 en 11 bevonden zich in de manege: een deur in een gangetje open en dicht doen, en, heel lastig, vier meter achteruit lopen tussen palen. En de ruimte was echt heel smal! Maar 1 deelnemer scoorde hier de volle tien punten. Voor hindernis 12 en 13 moest te paard de brug genomen worden (zelfde brug als van 8 en 9), hindernis 14 is voor ons een bekende: afstappen en aan de verkeerde kant weer opstappen, 15 stuurde de paarden weer door de lange waterbak maar nu langs een trap er weer uit, en de laatste was heel moeilijk: een smalle schaapskooi. Het is wel lastig om de volle tien punten te pakken, de eisen zijn streng. Bij het opstappen bijv. moet het paard onbeweeglijk stil blijven staan, en de slalom levert alleen in galop (met changementen!) een tien op. Bij hindernissen die aan de hand genomen moeten worden moeten de beugels opgestoken worden, en moet het paard achter de ruiter lopen aan een slap touw. De gemiddelde score op de hindernissen van 96 punten (Karin had het met 101 punten heel goed gedaan).
De bedoeling van het weekend was om Nederland kennis te laten maken met een nieuwe tak van paardensport, en dat is gelukt. TREC is leuk en een uitdaging als je alles uit jezelf en je paard wilt halen. Een gezond en fit paard, met een koel hoofd, is alles wat je nodig hebt. En vooral dat koele hoofd maakt dit een sport voor de Merens. In Frankrijk scoren ze hoog op nationaal en internationaal niveau, ik ben benieuwd of het bij de volgende TREC wedstrijd net zo zwart zal zien als tijdens de Endurance in Zelhem! In oktober wordt een eendaagse oefenTREC gehouden, vooral om de orientatierit (POR) te oefenen en uit te leggen. De datum volgt zo spoedig mogelijk, hou de website in de gaten.
Margot
|